Ons land, dat eeuwenlang heeft gediend als weidegrond voor verschillende generaties koeien, wordt momenteel opengeritst. Aan de achterkant van het huis proberen we zoveel mogelijk uit te graven om er vervolgens naar eigen inzicht drainage in te leggen. Zie de beelden hieronder en u begrijpt waarom deze nogal ingrijpende exercitie nodig is.


In een groot gedeelte van ons huis is geen sprake meer van een vloer. We bewegen ons binnen van bergje naar kuil. Alles is eruit gejast. Na een aantal betonnen lagen werd er een oude, vergane stro-laag aangetroffen. En weer wat verder naar benee de leistenen ondergrond waar de muren van het huis op rusten. Met de hand probeer ik zo’n 20 centimeter toekomstige stahoogte te winnen, maar het kan zijn dat hiervoor uiteindelijk toch een machine wordt geregeld, want eigenlijk is dit gekkenwerk.
De schuren onder en naast ons huis zijn inmiddels ook leeg. Stenen voerbakken, oude puinzooi en riolering zijn verwijderd door inspanningen van vrienden die ons een paar dagen mentaal en fysiek kwamen ondersteunen. Supertijd gehad.
Na al dat ruimen was het dan eindelijk mogelijk om alle draagmuren te beoordelen. En uiteraard kwamen ook hier onverwachte zaken boven water. De vorige eigenaar — of die daarvoor, wie het weet mag het zeggen — heeft, vermoedelijk in benevelde toestand, een gat geslagen in een draagmuur en met de stenen die daarbij loskwamen een knullig vloertje gelegd. Met wat pas- en meetwerk zit alles er nu weer in.

Een graafmachine aan het werk zetten in je land, zonder precies te weten waar gemeentelijke waterleidingen liggen, kan zorgen voor verrassingen — zo hebben we gisteren aan den lijve ondervonden. Iets na de lunch kwam de machinist in alle rust vertellen dat er spontaan een nieuwe rivier was ontstaan. Daar zat geen woord Spaans bij.
Zo snel als mijn vertrapte bergschoentjes me konden dragen, sprintte ik de berg op, wachtend op dat ene streepje bereik waarmee ik het gemeentelijk waterbedrijf zou kunnen bereiken. Een paar honderd meter verder kon ik de man aan de andere kant van de lijn uitleggen dat we serieuze averij hadden. Binnen een half uur kwamen er verschillende gemeentelijke auto’s omhoog gesjeesd. De meldingen stroomden inmiddels aan alle kanten binnen, zo begreep ik van de werklui: een flink gedeelte van onze vallei werd niet langer voorzien van water. Gelukkig had het restaurant hier vlakbij een dagje vrijaf genomen. De hoofdkraan boven op de berg werd dichtgedraaid en een nieuwe pijp erin gesleuteld. Er kon weer ademgehaald en verder gegraven worden.
De blik vooruit nu, want als we hier ooit willen wonen, zal er uit de as van het sloopwerk toch echt een huis moeten verrijzen. We kijken nu naar kale muren met daarbovenop een friemelig dakje. Gesprekken zijn gaande met een lokale aannemer, handige vrienden en een architect. De route die we gaan bewandelen is nog niet helder. Misschien moeten we te rade gaan bij Sinterklaas. Wat extra pepernoten kunnen we wel gebruiken.
Vanuit Calabrez alvast hele mooie feestdagen gewenst!







Geef een reactie